In deze blog deel ik mijn verhaal over hoe ik ineens bij een hele andere groep moeders hoorde dan waar ik op gehoopt had: de geboorte van een prematuur-moeder
Wanneer ik NICU 3 op gereden word, hoor ik de verpleegkundigen zeggen “Kijk, daar is de mama van Jona!”. Het duurt even voordat ik me realiseer dat ze het over mij hebben. O ja, ik ben nu iemands moeder. De avond daarvoor, 3 dagen na zijn geboorte, hebben we de knoop doorgehakt over wat zijn naam moest worden. Tot die tijd ging Jona in het ziekenhuis door het leven als ‘jongen Woltjes’. Zover waren we nog niet.
Een paar weken eerder zaten we op het strand van Curaçao met een lijstje namen. De naam Jona was toen, bij mij in ieder geval, favoriet. Gelukkig hadden we nog ruim 3 maanden om er aan te wennen, om te wennen aan het idee om iemands moeder te worden. Want zover was ik nog niet.
Totdat je bij een zwangerschap van 26 weken en 2 dagen wordt opgenomen met de diagnose pre-eclampsie. Je na een nacht niet slapen op de verloskamer, eindelijk naar een gewone kamer mag en hoort van de verpleegkundige dat je nog geen ontbijt krijgt. Wat! Gevaarlijk, een zwangere vrouw, haar ontbijt ontzeggen. Dan hoor je de reden, ze wil eerst weten of je geen keizersnede krijgt die ochtend. Twee uur later krijg ik alsnog ontbijt, natuurlijk, want ik voel me prima!
Daarna worden we bijgepraat door de gynaecoloog. Iets over je bloeddruk die eigenlijk te hoog was om je te vervoeren (mijlpaal van de avond daarvoor -> ritje per ambulance), maar wel noodzakelijk omdat ze er ernstig rekening mee hielden het kindje diezelfde nacht nog te moeten halen. Dat ik me wel moest realiseren dat ik op dit moment de meest zieke dame op de afdeling ben. Dat we rekening moeten houden met dagen en niet met weken dat ons kindje geboren gaat worden.
Nog meer bezoek, de kinderarts. Veel over de ontwikkeling van baby’s in deze weken, met name de longen. Of we zeker zijn van de termijn. De groei-echo van die dag komt namelijk uit op een termijn van iets meer dan 24 weken. Dan volgt nog een fijne afsluiter met de overlevingskansen van baby’s van 26, 27, 28 weken en de mededeling dat jongens het over het algemeen slechter doen dan meisjes. Wij krijgen een jongen…
De rondleiding over de NICU (Neonatologie Intensive Care Unit), die voor die avond gepland staat, zeggen we af. Voor vandaag, was dit meer dan genoeg informatie om te moeten verwerken.
Woensdag, dag 3, een goede dag! Mijn bloeddruk is onder controle, iedereen is positief, er wordt zelfs gesproken over het misschien nog wel een week kunnen uitzingen. Jona heeft andere plannen. Hij laat steeds minder van zich horen/voelen.
Na de rondleiding over de NICU die avond en een slecht hartfilmpje komt de gynaecoloog langs met de mededeling, ‘Ik heb belangrijk nieuws, we gaan jullie kindje nu halen’. Nog geen uur later is hij er (810 gram schoon aan de haak) en ook alweer weg, in het gezelschap van 3 kinderartsen. Ze hebben de couveuse langs mij gereden in de OK, maar meer dan een plastic zak met heel veel slangetjes heb ik niet gezien.
Na mijn perenijsje op de uitslaapkamer (voordeeltje van geopereerd worden in een kinderziekenhuis) word ik naar de NICU gereden. Toevallig dezelfde unit als waar we een paar uur eerder de rondleiding kregen. Mijn bed wordt naast een beslagen couveuse gezet. Van een verpleegkundige krijg ik een spiegel en terwijl ze mijn handen schoonmaakt met alcohol begint ze met uitleggen wat ik allemaal zie. Tussen alle slangen, verbanden en infusen (ja, meerdere) door zie ik stukjes van het kleinste kindje dat ik ooit zag, mijn zoon dus.
De weken (en maanden) daarna word ik steevast aangesproken als ‘de mama van Jona’. Zo raar en irritant in het begin (Hallo! Ik heb ook een naam hoor!), maar het hielp ook bij het proces mezelf te zien als moeder van dat kleine mensje in die grote couveuse, want zover was ik nog niet.
Nu, 6 jaar verder, gaat het heel goed met Jona. Vooralsnog lijkt hij niets te hebben overgehouden aan zijn vroeggeboorte en ontpopt hij zich tot een ondeugende en lieve grote broer.
Wat is jouw verhaal?
Ik ben benieuwd naar de dingen die jou opvallen of zijn bijgebleven tijdens en na de opname van je kindje op de Nicu. En wanneer was bijvoorbeeld jouw geboorte van een prematuur-moeder (of vader natuurlijk) en hoe kijk je er na al die tijd op terug. Laat hieronder jouw ervaring achter.
Of als je liever een email stuurt mag dat natuurlijk ook! Stuur jouw verhaal of anekdote naar info@bijbis.nl
Van de geboorte van een prematuur-moeder naar…
…de geboorte van een lijn geboortekaartjes speciaal voor te vroeg of ziek geboren kindjes. Toen Jona werd geboren heb ik natuurlijk zelf zijn geboortekaartje ontworpen. Gek genoeg kwam ik er pas veel later achter dat er nauwelijks geboortekaartjes zijn te vinden voor prematuur geboren kindjes. (En dat terwijl 1 op de 10 baby’s te vroeg ter wereld komt!) Kaartjes die de extra lading dragen van de blijdschap om nieuw leven en de zorgen die bij vroeggeboorte horen.
Hoog tijd dus om daar verandering in aan te brengen! En zo kwam er een lijn prematuren geboortekaartjes. En nu nog een paar jaar later zelfs een hele eigen website. Dus ik ga hard aan de slag om de collectie prematuren geboortekaartjes nog verder uit te breiden! Klik hier om de kaartjes te bekijken.